LASEK is de afkorting van ‘Laser Epithelial Keratomileusis’
Met behulp van de LASEK methode wordt het epitheel (het bovenste laagje van het hoornvlies) met alcohol “weggeschoven” waardoor met de ooglaserbehandeling zelf gestart kan worden. Na de laserbehandeling wordt het bovenste laagje van het hoornvlies teruggelegd. Lasek heeft als grote voordeel ten opzichte van PRK dat het oog sneller herstelt, en dat de behandeling ook minder pijnlijk is.
Wanneer het bovenste laag je van het hoornvlies is losgemaakt van het hoornvlies, wordt de gewenste afwijking met een excimerlaser weggeslepen van het hoornvliesoppervlak. Nadat het hoornvlies is behandeld kan het epitheellaag teruggeplaatst worden, en dekt men het hoornvlies met een zachte contactlens af ter bescherming van het hoornvlies.
Het resultaat van LASEK is vergelijkbaar met dat van de LASIK ooglaser methode. Verschil is wel dat de LASIK techniek meer tijd kost: volledig herstellen duurt enkele weken, al kunnen de meeste patiënten de volgende dag al goed zien.
– Een excimerlaser is een gepulste ultraviolette laser die werkt op basis van excimeren. Een excimeer is een kortlevende verbinding tussen twee edelgassen of een kortlevende verbinding tussen een edelgas en een halogeen.
De LASEK ooglaserbehandeling behandeling is geschikt voor:
– bijziendheid tot -8 D;
– verziendheid tot +4 D;
– astigmatisme (cilinderafwijking) tot 6 D, zelfs in combinatie met bij- of verziendheid.
Dun hoornvlies:
De LASEK /PRK techniek werd de afgelopen jaren vooral uitgevoerd bij personen die een te dun hoornvlies hebben om een LASIK behandeling uit te voeren. Geleidelijk aan vindt er een verschuiving plaats: in plaats van LASIK lijkt LASEK of PRK de meest geadviseerde behandelingsmethode te worden. Enkele klinieken bieden LASIK al niet meer aan omdat men vindt dat er te veel behandelingsrisico’s aan kleven en de kans op complicaties te groot is.
Na de behandeling:
In het begin na een lasek behandeling kan er sprake zijn van een kleine overcorrectie, waardoor het oog iets verziend wordt. In de loop van de daaropvolgende weken neemt deze overcorrectie af en komt het oog na een paar maanden in de meeste gevallen uit op een sterkte tussen -1D en +1D.